Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Maar zij hadden [43]tandige vijlen tot hun houwelen, en tot hun spaden, en tot de drietandige [44]vorken, en tot de bijlen, en tot het stellen [45]der prikkelen. 43. Hebreeuws, vijlen [met] monden; dat is, die scherpe tanden hadden. 44. Of, gaffelen. 45. Het Hebreeuwse woord betekent een scherpe in een ploegstok, waar men de ploegende beesten mede prikkelt om dezelve voort te drijven.